• Vijf vragen aan onze jeugdtrainers. Met deze keer: Marco Rensen

    8 nov 2024
  • Omdat onze jeugdtrainers enorm belangrijk zijn voor Rohda Raalte, stellen we de komende tijd elke week een van hen aan jullie voor. Trainers, stuk voor stuk met passie voor voetbal en affiniteit met jeugd. Maak vandaag kennis met Marco Rensen – trainer van JO14-4.

    1.    Wie is Marco Rensen?
    Ik ben Marco Rensen, 52 jaar en geboren en getogen in Raalte. Sinds 1979 ben ik lid van Rohda Raalte, dus al 45 jaar. Eerst alleen als speler en ook al ongeveer 30 jaar lang als trainer/coach. Mijn voetbalcarrière is begonnen als zevenjarig jochie in E12, waarbij ik eigenlijk nog te jong was. Ik ben destijds voorin begonnen als rechtsbuiten en in de loop der jaren twee linies naar achter geschoven. Ik heb verschillende jeugdselecties doorlopen (altijd het tweede team) en ging in de senioren voetballen met vrienden in het legendarische FC Albert. Daarna ben ik bij de veteranen gaan voetballen, waar ik nog steeds een balletje mee speel. Al gaat het allemaal niet zo snel meer bij de Walking Football.

    Als trainer/coach heb ik een voorkeur voor de lagere teams (op dit moment JO14-4), omdat ik vind dat daar de toekomst van de vereniging zit. Zij zien de vereniging als een sociaal gebeuren en voetballen enkel omdat ze het leuk vinden. Ze willen graag een leuke wedstrijd spelen, waarbij winst of verlies niet zo belangrijk is. Nadien met je voetbalmaatjes nog even ouwehoeren is vaak belangrijker. Hoe mooi is het als trainer/coach om daar tussen te mogen staan en hen zo te begeleiden zodat ze iets leren op sociaal, pedagogisch vlak en ook in voetbalkunde (in die volgorde).

    2.    Wat is, naast natuurlijk Rohda Raalte, je favoriete voetbalclub (en waarom)?
    In Nederland is PSV mijn favoriete club, dat is al heel vroeg ontstaan. Zoals ik al aangaf begon ik mijn voetbalcarrière voorin en zag destijds de spits Willy van der Kuijlen. Dat vond ik een geweldenaar en ik wilde toen net zo worden als hij. Willy speelde destijds bij PSV, dus dat werd mijn club en dat is het nog steeds. In het buitenland heb ik meerdere clubs die ik waardeer, maar een echte voorkeur heb ik niet.

    3.    Welke trainer is een voorbeeld voor jou (en waarom)?
    Ik ben nog een ‘old school’ trainer en ben opgegroeid met Wiel Coerver. Dat is een trainer die de nadruk legt op functionele bewegingen en techniek, waardoor je zoveel mogelijk controle hebt over de bal. Zijn trainingsmethode zorgt ervoor dat iedere voetballer op welk niveau ook door herhaling grote stappen kan maken. In navolging van zijn trainingsmethode zijn er vele andere methodes ontwikkeld. Tegenwoordig kan ik erg genieten van Pep Guardiola, die op een bijna perfectionistische wijze zijn teams kan laten spelen, waarbij amusement hoog in het vaandel staat.  

    4.    Waarom ben je trainer geworden?

    Destijds werd aan alle oudste jeugdteams (toen A-jeugd, nu O18 en O19) gevraagd of zij niet een team wilden trainen. Ik ben toen samen met een maat een lager team gaan trainen om te kijken of we het wat vonden en ben eigenlijk nooit meer gestopt. Ondanks dat er best veel teams een trainer (uit de hoogste leeftijdsgroep van de jeugd) hadden, zagen we dat er nog veel lagere teams aan hun lot overgelaten werden en ouders het maar moesten oplossen. We zijn daar samen ingestapt en de rest is geschiedenis.

    5.    Wat is je mooiste moment/ervaring bij Rohda?
    Mijn eerste kampioenschap met het legendarische FC Albert. Dat was een vriendenteam binnen Rohda, die nu helaas ter ziele is. Tijdens dit jaar werden alle wedstrijden gewonnen en werden bij de kampioenswedstijd op veld twee speakers langs het veld gezet. Een dj en ‘stationspreker’ gaven verslag van de wedstrijd en riepen de stand om, begeleid door muziek. De dj draaide daarna in de kantine en het kampioenschap werd gevierd tot in de late uurtjes bij sponsor Pannenkoekenhuis Laurels.  Een fantastische ervaring!

    6. Hoe ziet jouw toekomst er bij Rohda Raalte uit?
    Ik hoop de komende jaren nog een beetje mee te kunnen blijven doen bij de veteranen en als trainer kijk ik het per jaar aan. Hopelijk krijgen de ‘lagere teams’ nog meer aandacht, want dat verdienen ze.